Aan de buitenkant zag je een (meestal blauwe) lelijke eend met drie plunjezakken op het dak, een witte motorkap met daarop een reserveband en een witte achterklep met een rekje en een tas. Binnenin zag je een vader, moeder, zoon en dochter. De dochter, een blond meisje, dat was ik. Wat herinner ik me er nog van? Dit!

Mijn ouders zijn liefhebbers van de lelijke eend (2CV). Zij begrijpen vast ook niet waarom hij vaak ‘lelijke eend’ wordt genoemd. Al weet ik zeker dat mijn vader de uitleg hierachter zal weten. Op hun trouwdag in 1975 was er een trouwstoet met 13 eenden achter elkaar. Toen reden veel leeftijdgenoten in dit vervoersmiddel. Tegenwoordig alleen nog verslaafden.

De trouwstoet op de bruiloft van mijn ouders, met mijn ouders voorop.

Ik weet dus niet beter dan dat als we op vakantie gingen met de eend. Alles had een speciaal plekje in de auto en mijn vader was een hele dag bezig met inpakken. Alles passen en meten. Onder onze stoelen werden de laarzen gestopt. Zo moesten ook altijd even gaan zitten voor vertrek of er geen laars in je bil stak. Strikte instructies kregen we over het aantal leesboeken wat mee mocht. Hooguit nog wat stiften en tekenspullen en een een knuffel en dat was het wat betreft eigen spullen. Wat kleding werd in een vuilniszak gedaan en verdween in de plunjezak op het dak.

Vaak vertrokken we midden in de nacht. Lekker met mijn eigen kussen achterin verder slapen. In de auto zat boven ons een rekje van gaas met eten en drinken voor onderweg. In ieder geval boterhammen met gebakken ei, dat werd een onuitgesproken traditie. Ik kan me nog goed herinneren dat ik de chips altijd gelijk zag liggen. Ik wachtte voor mijn gevoel altijd heeeeel lang voordat ik vroeg of ik wat chipjes mocht. En jawel, als het middag was, dan kreeg ik een koffiefilter met wat chipjes. Hmmm..

Toen ik vier jaar was gingen we met de auto naar Turkije. Drie dagen onderweg waarvan een nacht in de autoslaaptrein door Bulgarije. We kregen tijdens deze reis als verrassing een walkman cadeau met cassettebandjes waar sprookjes op stonden. Helaas vond ik de sprookjes toen nog te spannend, maar later heb ik er heel veel naar geluisterd. Ik zie de bandjes gelijk weer voor me: De berenboot, Jip en Janneke, Zet m op, eigen verzamelbandjes, Dolly Parton, Abba, Backstreet Boys. Uit het raam kijken naar het moois wat aan je voorbij komt en ondertussen muziek luisteren, iets wat ik nog altijd heel graag doe. 

Op mijn eendje 😉 in de Pyreneeën (3 jaar).

Met de lelijke eend zijn we naast Turkije, ook door Spanje, Frankrijk, Polen, Tsjechië, Oostenrijk, Italie, Frankrijk, Noorwegen en IJsland gereden. Toen mijn broer en ik groter werden, kwam er een klein karretje achter de auto, waardoor de plunjezakken niet meer op het dak van de auto lagen, maar op het dak van het karretje. Altijd trokken we heel wat bekijks. Mensen die omdraaien, lachen, kijken en applaudisseren. Ik heb me nooit een attractie gevoeld, ik wist niet beter en was hier verder niet mee bezig. 

De auto ging weken eerder met de boot, afgeladen met spullen en eten. Wij volgden met het vliegtuig voor 4 weken IJsland. Hier crossen we in de buurt van Landmannalauger. Drie plunjezakken op dak en vier man onder dak. Geijzers, warmwaterpoelen, ijsbergen en watervallen die je nooit vergeet.

Dat veranderde in de puberteit, waar je juist heel erg bezig bent met wat anderen van je vinden. Als we bij de hockey moesten rijden voor een uitwedstrijd, dan vond ik het vervelend dat onze auto niet zo populair was bij de anderen en dat we vaak als laatste aankwamen. Anders dan anders zijn. Niks mis mee natuurlijk, maar daar had ik toen duidelijk wel moeite mee. Ik wilde niet opvallen.

Als kind mopperde ik regelmatig op de eend. Als hij niet startte en ik mijn uitje naar een pretpark hierdoor bijna miste. Als ik met een handdoek over mijn schoot moest zitten als het regende, omdat het water naar binnen kwam. Geen radio kunnen luisteren vanwege de luidruchtige motor. Langs de kant van de weg omdat het benzinemetertje kapot was en er ‘misgerekend’ was. Dat soort dingen. Ik zag er als tiener de humor niet van in. Wat ik als ik een boemerang terug kreeg op mijn 20e toen ik mijn rijbewijs had gehaald. Ik mocht niet in de eend rijden.

De eenden van dit moment. De zwarte voor de winter en de witte voor in de zomer… ja echt waar!

Inmiddels waardeer ik de eend wel! Ik heb er vier jaar geleden voor het eerst een keer in gereden. Wat een verschil. Vooral de bochten, waar ik het gevoel heb dat ik een vrachtwagenchauffeur ben, vond ik serieus lastig. Een enkele keer zitten we nog steeds met zijn vieren in de eend en voelt dat nu als jeugdsentiment aan. Ik bewonder mijn ouders in het maken van hun eigen keuzes. En ik ben dankbaar voor alle mooie herinneringen en ervaringen. Ik hoor van verre al of er een lelijke eend aankomt en ik krijg een glimlach als ik er een tegenkom op de weg. Het vele reizen en rijden heeft er voor gezorgd dat ik nog altijd graag onderweg ben en rondreizen met de auto of lange busreizen geen probleem zijn.

En mijn ouders? Die reizen nog steeds graag en gaan ook nog steeds regelmatig met de tent en de eend op pad. Ze zijn pas terug en in 2009 zijn ze nog met de eend door Turkije en Syrie gereden. Daar maakte ze ook gelijk de nadelen van een leren dak mee. Hagelstenen als tennisballen sloegen in Oost-Turkije dwars door het dak en veranderden de motorkap in een deksel met honderd putjes. Het duurde maar 10 minuten en het werd aardedonker, en dat midden op een dag in mei. Even een benauwd moment, maar de vriendelijke bevolking kwam gelijk helpen en met de nodige ducktape konden ze weer op pad. Zie de foto in onderstaande verzameling rechtsonder.

Verzameling ‘eend’-momenten.

En… een bijkomend voordeel: ik vind mijn eigen auto’s en mijn Ford Ka van nu al luxe!

Terwijl ik hier zo over schrijf krijg ik weer extra veel zin om in plaats van met de rugzak met een busje op wereldreis te gaan. Wat is de stand van zaken? Volgende keer lees je meer.

Geef een reactie